Mei 1960

door Cor Dekker

Brutale nieuwkomer

De schaakwereld heeft een nieuwe wereldkampioen. Tals definitieve overwinning op Botwinnik is niet als een sensatie gekomen. Reeds na enkele partijen van de tweekamp was het duidelijk dat Botwinnik voor een uiterst moeilijke, zo niet hopeloze zaak stond. Al na zeven partijen stond hij drie punten achter. Dit catastrofale begin is hij niet te boven gekomen. Al liet Tal twee maal achtereen - meer door eigen nonchalance, dan door deskundigheid van de tegenstander - een lelijke steek vallen, hij is eigenlijk geen ogenblik in gevaar geweest. Sinds de tweekamp Capablanca - Aljechin, 1927, die de laatste won, is nooit iemand op overtuigender wijze wereldkampioen geworden dan Tal.
En toch!!
Vier punten voorsprong verhullen niet het feit dat Botwinnik beneden zijn kracht gespeeld heeft en dat Tal menigmaal, misschien te vaak, op onbegrijpelijke wijze de dans ontsprongen is. De gigantische Botwinnik, die twaalf jaar lang het opdringen van jongere generaties heeft weten te weren, is ten onder gegaan aan zichzelf. Te laat heeft hij begrepen dat hij iemand tegenover zich had die iets anders in het schaakspel vertegenwoordigde dan waaraan hij gewend was. De tijd van het bedachtzame schaak is voorbij. Er is iets gekomen in de meest intellectuele sport die bestaat, waarover vorige generaties het hoofd schudden.
Tal is pas 23 jaar oud, jonger dan ooit een wereldkampioen was. Al op jeugdige leeftijd leerde hij het spel van zijn vader, en een vruchtbaar contact met de Lettische kampioen Koblenz bracht hem al spoedig in de hoogste regionen van het schaken in de Sovjet-Unie en daarna in het wereldschaak. Hij studeert aan de universiteit van Riga - Russische talen - maar onbewimpeld geeft hij te kennen dat schaken zijn "hoofdvak" is.
Er gaat een verhaal over hem dat ongetwijfeld op waarheid berust. Hij zou op twaalfjarige leeftijd met bord en stukken naar Botwinnik zijn toegekomen, die veertien dagen vakantie doorbracht aan de stranden van de Baltische kust en de - toenmalige! - wereldkampioen hebben uitgedaagd tot een tweekamp!!
Heeft Botwinnik toen gelachen?
Zo snel, zo meteoorachtig was Tal zijn opkomst, tien jaar later, dat de eerste partij van hun tweekamp, tevens hun eerste ontmoeting aan het schaakbord was. Die eerste partij werd een verpletterende nederlaag voor Botwinnik, de mooiste die Tal hem toebracht. Misschien is dit alles van invloed geweest.
Ikzelf heb eenmaal met Tal gespeeld. In het toernooi te Zürich, dat hij vorig jaar won. De partij duurde twee en een half uur. Toen ik na veel nadenken opgaf, bleek hij een kwartier bedenktijd te hebben verbruikt. Zoiets geeft reden tot nadenken. Wij hebben schaken altijd als een serieus spel beschouwd en nu ineens dit. Het is niet te overzien wat hiermee in beweging gezet is.
Botwinnik heeft het recht van uitdaging. Het is te hopen dat hij hiervan gebruik maakt. Hij heeft zijn leeftijd tegen en begint langzamerhand de relativiteit van alle dingen in te zien, maar wanneer hij werkelijk zou willen, is het niet uitgesloten dat hij "die brutale nieuwkomer" nog eenmaal een lesje zou kunnen geven. Tot dan onthoud ik mij van een definitief oordeel.

Hein Donner, De Tijd, 9 mei 1960